De elektrische step en vooruitgang: het probleem van innovatiebeperking
Nederland; een van de meest welvarende landen ter wereld én koploper in innovatie, ook op het gebied van verkeer en data. Maar hoe terecht zijn deze opvattingen? Over het algemeen zal Nederland als land hoog op allerlei ranglijsten rondom verkeer en vervoer eindigen, maar soms lopen we ook wel eens achter de feiten aan. In deze blog wil ik jullie meenemen in een concrete voorbeeld waarin we het, wat mij betreft, toch niet altijd bij het juiste eind hebben.
De elektrische step
Iedereen heeft er wel eens eentje gezien op straat. Op weg naar werk, wachtend bij het verkeerslicht, of opgevouwen, als eigendom van een reiziger in de trein. Een voertuig dat erg lijkt op iets waar je als kind ooit op hebt gereden, maar toch net iets anders. De bestuurder houdt ditmaal beide voeten op de plank, in plaats van een voet op de plank en een voet ernaast. Een step, maar dan elektrisch. Bij een elektrische step hoef je tegenwoordig namelijk niet meer zelf te steppen. Je zet jezelf een keer af en de step doet de rest van het werk. Een elektrische aandrijving zorgt ervoor dat je in no-time op je bestemming bent.
Tijdens onze parkeeronderzoeken komen we vaak tegen dat er niet overal meer ruimte is om nog meer auto’s te kunnen parkeren, ondanks dat er vaak nog wel vraag is naar meer parkeerruimte. De auto is nog steeds ‘hot’. Toch is er ook een grote groep die kiest voor een alternatief vervoersmiddel, zoals de elektrische step. Het is dan ook erg gemakkelijk en goedkoop. Goed, de aanschaf zal je een paar euro kosten, maar daarna rijd je, in tegenstelling tot met de auto, alsof het een fiets is: geen verzekeringskosten, gratis opladen bij elk willekeurig stopcontact en je bent vaak nog sneller door de stad dan met een ander vervoermiddel.
En toch zitten er enkele haken en ogen aan het step-gebruik. Hoe onschuldig het er ook uitziet, de elektrische step is alles behalve legaal op de openbare weg in Nederland. De meeste elektrische steps, met uitzondering van enkele modellen die wel erg veel weg hebben van reguliere bromfietsen, hebben (nog) geen typegoedkeuring van het RDW gekregen en mogen dus officieel niet de weg op.
En toch mogen deze elektrische steps in Nederland verkocht worden, zowel online als in een elektronicawinkel. Om vervolgens in de kleine lettertjes te lezen dat het enkel voor gebruik op eigen terrein is, maar wie koopt daar nu een elektrische step voor? Het bijzondere is bovendien dat wereldwijd, maar vooral ook in de rest van Europa, de elektrische step al veelvuldig gebruikt wordt, ook als deelvoertuig. Binnen Europa zijn er blijkbaar genoeg overheden die juist de elektrische step toelaten (op een volledig legale wijze), om zo onder andere de behoefte aan een auto te verminderen.
In Nederland is er echter geen sprake van vlotte regelgeving rondom het gebruik van de elektrische steps en lopen we achter de feiten aan, ondanks dat er al veel gebruik van de steps wordt gemaakt. Vooralsnog zijn alleen steps met een zitplaats (lees: nagenoeg een bromfiets) toegestaan. Ook mag een Segway (zonder zitplaats) de openbare weg op. Tenslotte worden steps wel toegestaan wanneer ze ‘step-ondersteuning’ (dit heeft potentie voor het Woord van het Jaar) hebben, net als een fiets met trap-ondersteuning, maar waar je nog wel zelf moet steppen. Kortom, de wetgeving in Nederland maakt het erg moeilijk om gebruik te maken van de elektrische step, terwijl er klaarblijkelijk veel vraag naar is.
Het punt is vooral dat er soms ruimte moet zijn voor verandering, of dat er in ieder geval een frisse blik kan worden geworpen op ‘iets nieuws’. Wanneer er een vraag naar een product is, het aanbod al grotendeels door de markt wordt voorzien en de rest van Europa al het goede voorbeeld geeft, zou een overheid die reguleert en handhaaft op dergelijke producten toch moeten meedenken in plaats van de regelgeving strenger maken? Op deze manier worden bestaande problemen, zoals een parkeertekort, groter, terwijl hier een serieuze mogelijkheid ligt om bijvoorbeeld parkeerproblematiek (deels) op te lossen.
En toegegeven: de kans op ongevallen is groter wanneer mensen zonder rijbewijs (lees: veelal kinderen) met deze steps de weg op gaan, omdat er altijd nog verkeersinzicht benodigd is op een voertuig met een bepaalde aandrijving die niet via je benen verloopt.
Maar wat mij betreft worden de steps zo snel mogelijk al tijdens de typegoedkeuring bekeken als een bijzondere bromfiets; ofwel max. 25 km/h, enkel bestuurbaar met minimaal een AM-rijbewijs en misschien wel een helmplicht, aangezien dit laatste bij snorfietsen ook een besproken onderwerp is. Dan zijn de grootste risico’s afgedekt én kunnen we legaal gebruik maken van de elektrische step.
Vroeger was alles beter
Uit het verhaal over de elektrische step en alle regelgeving daaromheen blijkt wat mij betreft dat innovatie soms wordt tegengegaan door het principe ‘vroeger was alles beter’ te hanteren. Het lijkt ook wel op ‘we weten wat we hebben, maar niet wat we krijgen als we gaan veranderen’. We zien dit helaas vaker, bijvoorbeeld als we kijken hoe data wordt ingewonnen en wordt gepresenteerd. Veel verwerking en presentatie is nog gebaseerd op manieren uit vervlogen tijden. Ook daarin voelt het soms of verandering ‘eng’ of ‘te ver weg’ is en dat terwijl er juist zoveel ruimte voor verbetering is. Want in allerlei sectoren wordt veel geïnnoveerd en wij proberen ook ons steentje daaraan bij te dragen.
Zo maken we voor onze parkeeronderzoeken gebruik van een volledig digitale omgeving tijdens het werk buiten en lopen we niet met pen en papier te turven. Ook voor de verkeerstellingen zijn onze camera’s vaak een betere oplossing, naarmate het onderzoek specifieker en gedetailleerder moet. En ja, privacy is daarbij gewaarborgd. Innovatie en verandering zorgt vaak voor verbetering, waar wij graag zoveel mogelijk mensen van laten profiteren. Daarom ook een oproep voor de overheid: waarom zouden we niet ook zoveel mogelijk mensen laten meegenieten van alle voordelen van de elektrische step?
Over Dicle Klunder
Dicle is projectleider bij DataCount. Binnen deze rol houdt hij zich bezig met de vraagstukken die bij DataCount neergelegd worden, voornamelijk als het om verkeerstellingen gaat. Zo zet hij zich in om problematiek in de mobiliteit inzichtelijk te maken.