Het begin van het nieuwe normaal?
Ondertussen worden onze levens al bijna twee jaar direct of indirect beïnvloed door COVID-19. De coronapandemie heeft grote delen van de maatschappij stilgelegd, ervoor gezorgd dat grote besluiten zijn uitgesteld en, om het wat meer op ons werkveld te betrekken, er ook voor gezorgd dat (delen van) onderzoeken zijn uitgesteld.
Met de nu heersende omikronvariant durft men voorzichtig optimistisch te zijn. Hans Kluge van de WHO (World Health Organization) durft zelfs voorzichtig te stellen dat de huidige omikronvariant het einde van de pandemie kan gaan betekenen. Ook hier in Nederland durft men, zoals Mark Rutte het dinsdagavond 25 januari jl. tijdens de persconferentie zei, ‘risico te nemen’ en gaat de maatschappij steeds verder open.
Het thuiswerkadvies blijft voorlopig nog wel van kracht. Als ik echter naar mijn eigen situatie en naar die van mensen om mij heen kijk, vraag ik mij af: gaat het überhaupt weer terug naar hoe het was voor de pandemie? Zoals vele organisaties en experts in de media uitspreken, stevenen we af op het ‘nieuwe normaal’. Een nog te vormen standaard die afwijkt van hoe we het, ‘lang geleden’ gewend waren, omdat we nu uit ervaring weten hoe het óók kan. Meer werken vanuit huis en meer meetings op afstand, welke beide zorgen voor minder reisbewegingen en een ander straatbeeld. Vanuit milieutechnisch oogpunt een goede ontwikkeling. En, met minder reisbewegingen per week, wordt deelmobiliteit voor veel mensen een reële optie.
Ook voor DataCount biedt deze periode interessante kansen. Want, hoe verhoudt de nieuwe situatie zich ten aanzien van de oude? Wij hebben in de periode van het ‘oude normaal’ op vele plekken in het land verkeers- en parkeerintensiteiten gemeten. Deze data werd gebruikt als input voor bijvoorbeeld monitoring van drukte maar zeker ook voor (evaluatie van) beleidskeuzes.
Zoals eerder aangehaald zijn veel (grote) beslissingen uitgesteld vanwege de coronapandemie. Die beslissingen moeten nu alsnog worden genomen, maar de data waar deze beslissingen op gebaseerd zijn, zal grotendeels stammen uit de periode van het ‘oude normaal’, terwijl nog te nemen beslissingen zullen gaan gelden in het ‘nieuwe normaal’. Een data-gap die nog opgevuld dient te worden. En als je de data dan inwint en het blijkt in de nieuwe situatie af te wijken van de oude situatie, hoe duid je dan de verschillen?
Het inwinnen van nieuwe data als het duiden van deze data zien wij als onze taak. En dat laatste is iets waar wij vooral druk mee bezig zijn. En het duiden van ontwikkelingen willen we zoveel mogelijk visueel doen. Data visualiseren maakt de informatie namelijk makkelijker te begrijpen. Om ook maar weer naar de persconferentie van afgelopen dinsdag te verwijzen: een grafiekje met de opbouw van aantal besmettingen is eenvoudiger te begrijpen dan simpelweg het aanhoren van een lijstje opgedreunde aantallen.
We zien daarin veel kansen voor onze dashboards. Door daarin te spelen met weergave op kaart én het tonen van de data in grafieken en widgets en de mogelijkheden om twee of meerdere datasets te vergelijke, zijn verschillen uit het oude en nieuwe normaal eenvoudig inzichtelijk te maken en te duiden.
Er komt een bijzondere transitieperiode aan waar voor velen kansen en mogelijkheden liggen. Indien u benieuwd bent naar wat DataCount voor u kan betekenen, ga ik graag het gesprek met u hierover aan.
Over Luuk Zuijderwijk
Luuk is projectleider bij DataCount. Binnen deze rol houdt hij zich bezig met de vraagstukken die bij DataCount neergelegd worden, voornamelijk als het om verkeerstellingen gaat. Zo zet hij zich in om problematiek in de mobiliteit inzichtelijk te maken.